Deel dit artikel:
“Maar als iemand zo verdrietig is, dan is het zó lastig om het doel van het gesprek te behouden.” “Deze boosheid – zulke cliënten heb ik de hele dag, dat is ontzettend ingewikkeld.” Dit gebeurde tijdens een training: deelnemers oefenden hoe ze het gesprek doelgericht konden houden wanneer een ouder hevige emoties toont.
Veel hulpverleners herkennen dit: het intensieve contact met ouders raakt, zeker bij complexe scheidingen. Want emoties zijn écht. Ouders kunnen vanuit diepe onmacht of verdriet reageren. Tegelijkertijd weten we vanuit onderzoek naar dwingende controle dat emoties óók strategisch kunnen worden ingezet om grip te houden op het hulpverleningsproces. En juist dát maakt het zo complex.
Wanneer de emoties in de kamer de koers van het gesprek bepalen, wordt het lastig om patronen van controle te herkennen. Plegers van dwingende controle gebruiken namelijk vaak geen dreigementen of agressie in bijzijn van de hulpverlener. Het is subtieler: machteloosheid, intens verdriet, woede, verontwaardiging worden getoond om de beeldvorming en daarom ook het gesprek te sturen. Slachtoffers tonen deze emoties ook, maar communiceren dan oprecht hun emoties.
Wanneer mogen emoties de toon, het tempo en zelfs de inhoud van het gesprek bepalen?
Want door stilstaan bij emoties veranderen gesprekken namelijk. Vragen worden niet meer gesteld. Bijvoorbeeld: “Waarom geeft u de paspoorten van uw kind niet aan uw ex, als die ze even nodig heeft voor de tandarts van uw kind?”
Reageren op emoties door erbij stil te staan kan broodnodig zijn, maar het kan ook een strategie zijn om de hulpverlener tot stilstand te brengen, controle over de gespreksonderwerpen te houden.
De oplossing ligt niet in harder werken, of zakelijk reageren. Ook niet in het streng aanspreken van ouders op het tonen van hun emoties – dat zou de slachtoffers geen recht doen. Wat wél werkt:
Ons begrip van empathie veranderen: niet automatisch reageren op de emotie, maar analyseren wat die emotie in de context betekent.
Dit vraagt vakmanschap. Het vraagt dat we leren onderscheiden: Wanneer is een negatieve emotie een uiting van lijden? En wanneer wordt het ingezet als middel om informatie of richting te sturen?
Het vraagt dat we communicatie niet alleen als middel tot verbinding zien, maar óók als instrument om machtsdynamieken te onderzoeken. Zodat we helder kunnen blijven, ook als het spannend wordt.
Dit is geen oproep tot kilheid. Integendeel: het is een uitnodiging tot dieper, echter contact. Machtsdynamieken horen bij elke menselijke interactie. Erkennen dat emoties soms strategisch zijn, betekent niet dat we het lijden van ouders negeren – het betekent dat we er met meer precisie en zorg naar kijken.
Dan kunnen we bijvoorbeeld zeggen:
“Ik zie dat dit u raakt. Wilt u een moment voor uzelf? Daarna zou ik graag nog even terugkomen op de paspoorten, want dat is belangrijk voor het welzijn van uw kind.”
Zo ontstaat er ruimte voor waarachtigheid. Voor veiligheid. En voor kinderen, die te midden van al deze dynamieken het meest gebaat zijn bij onze analysen.